Door nu de modal shift te maken, komen we straks verder
Niet minder of helemaal geen wegtransport meer, nee, maar het moet wel anders. Er kan nog heel veel meer over spoor en water. Wando Boevé is stellig, ziet volop potentie en rust niet tot de totale cijfers van modal shift substantieel wijzigen en we in Nederland letterlijk minder vast staan. Hij is bijzonder trots op de stappen die zijn gezet. Door het ecosysteem dat Joint Corridors Off-Road creëert zijn de drempels nog nooit zo laag om de stap naar spoor en water te wagen.
Wando Boevé, al jaren lid van de Topsector Logistiek en het Topteam zelf, is daarnaast voorzitter van de stuurgroep Multimodale Corridors waar het programma Joint Corridors Off-Road onderdeel van uit maakt. “Voorheen heette dat synchromodaal. Dat was mijn baby, de methodiek om logistiek anders te organiseren. Later is het off-road gaan heten.” Boevé is ook voorzitter van het Modal Shift Programma van de overheid, dat als doelstelling heeft om per dag 2200 van vrachtwagens van de weg te halen en naar het spoor en het water te brengen. De regeling heeft meer een infrastructurele benadering, maar gaat net als bij Joint Corridors over het stimuleren van de modal shift. “Het ligt dicht tegen elkaar aan. Het doel is hetzelfde, maar de regeling vanuit de overheid is gefocust op drie belangrijke corridors waar de infrastructuur vast gaat lopen en de uitdagingen het grootst zijn. Wat we in Nederland willen is de logistiek zo organiseren dat er meer via spoor en water gaat en het wegennet wordt ontlast. Het is geen verdringing, maar nadenken over of het ook anders kan”, zo vat Boevé het samen.
Draait modal shift niet vooral om kosten?
“De verlader zou de keuze voor modaliteit meer los mogen laten. Als het maar van a naar b kan gaan binnen een bepaalde tijd en binnen bepaalde kosten. Ik kan er niet bij dat veel partijen nog steeds strikt de modaliteit opleggen, dat het transport over de weg moet of via spoor of water. Men blijft natuurlijk altijd naar de kosten kijken. Als de uitkomst duurder is, wordt er gekozen voor de goedkope methode. Maar het is niet per definitie duurder. Als je kijkt naar de partijen die off-road zijn gegaan, dan is dat is best veel volume. Dat doen ze niet als het heel veel meer kost. Er wordt breder gekeken naar de total cost en ook naar de CO2 footprint. Daarnaast zijn flexibiliteit en betrouwbaarheid ook twee hele belangrijke zaken. Modal shift goed van de grond krijgen blijft lastig, maar de vraag is of het wel echt een financiële kwestie is. Vaak is er sprake van een jarenlange relatie met een vervoerder en is het makkelijker en sneller te organiseren om een container op de vertrouwde vrachtwagen te vervoeren. Een goede verbinding over spoor of water is echter pas een goed alternatief als hij minimaal drie maal per week vertrekt en dan minimaal 80 procent is gevuld om rendabel te zijn. Eén enkele verlader heeft dat volume niet. Er is daarom maar één antwoord en dat is samenwerken. Hier komt het off-road eco systeem denken goed naar voren. Het Joint Corridors Off-Road programma doet niets anders dan partijen die geïnteresseerd zijn in modal shift bij elkaar te brengen. Hoe je het kunt organiseren, uitleg over het juridische aspect en hoe je het vertrouwen kunt opbouwen. Heel veel partijen weten niet eens dat ze achter elkaar aanrijden. Je ziet dat als zo’n verbinding ontstaat, waar eerst iedereen individueel met zijn vrachtwagen van a naar b reed, dat ze tot bundeling komen en vervolgens met dat volume in zijn totaliteit in staat zijn om van de weg naar het spoor en de binnenvaart te gaan. Het is dus niet een kwestie van duurder, maar heel veel bedrijven kunnen het simpelweg alleen niet.”
Wat is de kracht van Joint Corridors?
“Als je iedere week bij ieder vertrek het vervoer over water en/of spoor rendabel wilt laten zijn, zijn er heel veel verladers nodig. De ene heeft om de week lading, de andere iedere week maar net niet voldoende. Op die manier maken veel partijen gebruik van een verbinding en krijgt het een off-road betekenis. En dat is eigenlijk alleen maar aan de organisatorische kant, door het ecosysteem dat het Joint Corridors Off-Road regionaal creëert door het bij elkaar brengen van verladers en logistiek dienstverleners. Dat doen ze door sessies te organiseren en de interesse te wekken bij bedrijven. En opstap sessies om op bestaande verbindingen extra lading te organiseren.”
Het is niet een kwestie van duurder, heel veel bedrijven kunnen het alleen niet
Veel partijen vinden dat hun betrouwbaarheid na de modal shift groter is geworden, de voorspelbaarheid ook. Het gaat niet alleen om modal shift, maar ook van mindshift en hoe je dat georganiseerd krijgt. Daar is Joint Corridors Off-Road heel sterk in. In het in de regio bij elkaar brengen van bedrijven, het helpen bij het opzetten en uitleggen op welke manier je samen kunt opschalen. En dat zonder het verlenen van subsidie. Zij verlenen het proces, de partijen organiseren het vervolgens zelf. En als iets wel past in de subsidieregeling, ondersteunen de regio managers de bedrijven daarbij ook. Als er grote volumes zijn die niet via de corridors gaan, maar op een andere manier off-road kunnen, wordt er ook meegedacht over de mogelijkheden. De gesprekken worden lokaal gevoerd en soms kom je tot de ontdekking dat er in het begin te weinig volume is en kan in dat geval de subsidieregeling wel iets betekenen. Het werkt dus twee kanten op. Ook qua benadering van de markt. Alle twee de methodieken hebben de regio managers in hun portefeuille zitten. Dat vind ik heel krachtig.”
Is het niet jammer dat modal shift regeling zich beperkt tot drie corridors?
“Op die drie corridors rijdt het grootste deel van het wegvervoer. Dus als je de doelstelling wilt halen om daar 2200 vrachtwagens per dag van de weg af te halen, omdat daar je grote infrastructurele werkzaamheden zijn, is het niet zo raar om daar eerst te kijken. Een tweede punt is, dat het altijd een combinatie is van samenwerken, volume creëren en een verbinding maken. Deze drie eenheid. Ook als je in Groningen iets wil opstarten en naar de volume eenheden kijkt, is het vaak lastiger bij elkaar te brengen dan als je rondom de logistieke hotspots zit. Het is dus niet zo raar om het apart te zien van elkaar. Ook al past het niet in de regeling, leg het wel op tafel. Want voor hetzelfde geld zit er wel iets heel interessants tussen voor het off-road programma.”
Hoe staan we er Nederland nu voor?
“Ik ben pas tevreden als ik echt zie dat de totale cijfers van modal shift echt substantieel beginnen te wijzigen. Het volume neemt toe maar de verhouding is over het algemeen nog hetzelfde. De vergroening van de binnenvaart gaat langzamer dan de vergroening van het wegvervoer. Het gaat niet alleen om CO2, het gaat ook om de bereikbaarheid over de weg en dat is echt een uitdaging. De kosten van de infrastructuur is een enorme zorgenpost. Daar zijn we nu een inhaalslag aan het maken. Dus er zal wel een shift gemaakt móéten worden. Denk alleen maar aan het chauffeurstekort. Het wegvervoer blijft zeker nodig voor de last mile, verstransport en spoedtransport. Daarvoor hebben we de infrastructuur hard nodig. De circulaire economie en de komende klimaat maatregelen, gaan voor nog meer transport zorgen. Er is nog zoveel potentie. Het spoor kan nog heel veel meer, de binnenvaart kan nog heel veel meer en het wegtransport kan anders, niet minder maar anders. Dat vergt een andere manier van kijken. Je zult het nu moeten gaan organiseren, anders is het straks te laat. Door nu de modal shift te maken, komen we straks verder.
Wij zijn op logistiek gebied een grote Europese speler, vooral in de organisatiegraad. We hebben als een van de weinigen de beschikking over alle modaliteiten, inclusief kustvaart en pijpleidingen. Daarmee hebben we een unieke positie. Er zijn spoorverbindingen naar Polen en China. Die doen qua CO2 vermindering voor Nederland niet zoveel en daarbij kunnen we alleen trajecten steunen die over Nederlands grondgebied gaan. Logistiek stopt echter niet bij de grens. Ik merk dat Vlaanderen erg naar ons kijkt en het interessant vindt wat wij doen. Ook de rest van Europa. Wat ik zelf graag zou willen, is dat we dit ook prima kunnen organiseren in het buitenland. Er zijn immers ook heel veel retourladingen. Ik zou dan ook heel graag events willen organiseren in het buitenland. In Duisburg, München of Antwerpen.”
Gaat off-road de grens over?
“We zijn nu redelijk gelimiteerd qua bezetting en middelen. Maar ik zou het heel interessant vinden om dat ook onder Europese vlag te doen. We zijn al wel bezig om tot een Europese samenwerking te komen. Er is heel veel kennis die we ook internationaal kunnen inzetten.”